Naar goede gewoonte kroop ik gisteravond met onze kinderen onder de donsdeken, om elkaar meedogenloos te kietelen tot de eerste ‘stop’ roept. Maar deze keer werd ik in die donkere donstent overvallen door een gruwelbeeld op mijn geestesoog: een kleine gans op een grotemensenschoot, brute handen die ongenadig veer na veer uit het lijfje rukken. De stress bij het beest, maar vooral de pijn. De handen rukken en rijten, haarzakjes en huid scheuren open, de gans krijst en wordt uiteindelijk kaal en vol vleeswonden weer in haar hok gegooid, tussen duizenden lotgenoten.
Enkele uren eerder was mijn zus op bezoek geweest. Ze had me dat tafereel in geuren en kleuren beschreven. Plukganzen maken dat gemiddeld vier keer mee in hun leven. Altijd zonder verdoving en zonder tussenkomst van een dierenarts. Ganzen en eenden levend plukken is officieel verboden in West-Europa, maar in de praktijk blijkt de plukmethode moeilijk controleerbaar. Bovendien zijn de veertjes die onze dekens en donsjassen vullen veelal afkomstig uit Oost-Europa en Azië, waar het wel legaal is om dieren levend te plukken.
Waarom wist ik dat niet? Toegegeven: ik lees niet dagelijks een krant. De weinige uren die een dag rijk is, besteed ik vaak aan theaterwerk en het gezin. Maar waarom schrikt mijn man dan eveneens van wat mijn zus op een website leerde? Iedere vrije minuut die hij ontwaart tussen werk en gezin zit hij met zijn neus in een artikel. Hoe komt het dat wij dit beiden niet wisten? Worden we verondersteld dagelijks het internet af te schuimen, op zoek naar berichten van klokkenluiders?
De veertjes die onze dekens en donsjassen vullen, komen vaak uit Oost-Europa en Azië, waar het wel legaal is om ganzen levend te plukken
In een razende wereld waarin van ons verlangd wordt dat wij met z’n allen zo gedreven mogelijk ondernemen, zo massaal mogelijk produceren en consumeren en onze kinderen zo gebeten mogelijk stimuleren tot exploreren, studeren en excelleren, heb ik ook zo mijn eisen. Ik verlang dat van hogerhand toegekeken wordt op de weg die onze producten afleggen. Of ze ethisch zijn of niet, dat kan niet ook nog eens onze eigen verantwoordelijkheid zijn.
Ik probeer zoals zovelen een fatsoenlijk mens te zijn. Ik eet geen foie gras en verkies vlees van de groene slager boven plofkippen. Maar zonder het te weten neem ik alsnog onfatsoenlijke koopwaar uit het rek. Waarom zijn producten met een malafide voortraject überhaupt verkrijgbaar?
Dat ons dons niet koosjer is, bleek al uit een Panorama-uitzending van 2009 (net gezien op Youtube). In januari jongstleden leerde het programma Factcheckers ons dat Belgische chocolade gemaakt wordt door verhandelde Afrikaanse kinderen. Een waardige beleidsmaker trekt dan conclusies en boycot direct de import en verkoop. Hij draait zich niet nog eens lekker om onder zijn dons om te dromen van nóg meer economische groei.