Het stierkalfje is geadopteerd, hij mag blijven springen, leven, likken, ruiken en met andere koeien en kalfjes samen leven en verder groeien in de buitenlucht! Bij een adoptie hoort ook een naam die een anoniem kalfje in een specifiek individu omtovert. Dat heeft een geadopteerd kalf voor op al die naamloze kalfjes voor wie er geen plek is in de melkveehouderij. Of omdat het stierkalveren (m) zijn of omdat de melkveehouder al te veel koekalveren (v) heeft. Of omdat een koekalf van een tweeling is met een stierkalf als broer. Zo’n koekalfje is dan vrijwel onvruchtbaar en heet een kween. Zij krijgt mannelijke geslachtskenmerken van haar broer terwijl ze zich samen ontwikkelen in de baarmoeder – omgekeerd vindt dat niet plaats.
De collega-sponsoren van het Humanities Cluster (HUC, KNAW) opperen al snel de volgende serieuze en speelse namen voor dit kalfje: Christiaan of Constantijn-Pieter (vanwege het Huygens Instituut), Piet (vanwege het Meertens Instituut), Queeny of Conchita (omdat het stierkalfje van een tweeling is), Dana, Divine, Kelly, Valentijn, Nicky, Fred, Ru Paul, Winnetou, Lee Tauris, Prairie, Paulus (van schilder Potter), Huk (van HUC), Koe Moulijn, Bull Deelder, Rien Toch-in-de-wei. We herkennen de Rotterdammers onder de collega’s. Maar uiteindelijk dopen we het kalfje: Piet.
Piet staat op de wachtlijst om naar het koeienrusthuis te gaan en heeft ondertussen opvang nodig. Via mijn veldwerk heb ik ontroerende contacten met gepensioneerde boerinnen. Een ervan weet een goed adres voor Piet. Ik ben wezen kijken en kwam zo in aanraking met tien stierkalveren, oudere pinken al, die zorgzaam buiten grootgebracht worden tot ze een jaar oud zijn en dan als dekstier dienen. Die stierkalveren hebben net als Piet een naam en luisteren ook naar die namen. De verzorger zei met een weids armgebaar tegen een pink die zich altijd mooi schoon houdt (geen vuile knietjes of vacht): ‘Peter loop jij even achter de anderen om,’ en ja hoor Peter luistert gedisciplineerd. De literatuur beschrijft dat pinken die zachtjes geaaid worden en tegen wie zachtjes gesproken wordt, langdurig gaan chillen. Hoewel Piet meer dan welkom is, zie ik ook meteen dat het voerhek te klein is voor een grotere pink met horens. En ik wil dat Piet volledig mag uitgroeien tot een stier met horens. En Piet is ook nog wel erg klein tussen de grotere tien pinken die niet zachtzinnig met elkaar worstelen.
Het tweede adres is meteen raak. Piet mag komen bij een echtpaar dat drie koeien als liefhebberij houdt. Twee koeien zijn zwanger en zullen net voordat Piet arriveert, bevallen. We rijden Piet in tweeënhalf uur in een Volkswagen-busje naar zijn nieuwe adres. De boer en zijn buurman hebben een grote kist met gaten voor hem gemaakt. Piet past er mooi in en tijdens het vervoer steekt hij regelmatig zijn hoofd buiten de kist en kan ik ’m als medepassagier makkelijk aanraken en geruststellen. Het eerste half uur staat hij rechtop en hou ik om de zoveel tijd zijn snoet in mijn hand – ik kan ‘m zelfs laten drinken op een bakje – en dan gaat hij rustig liggen tot zijn bestemming. De boer en zijn vrouw rijden achter ons: stel dat er iets gebeurt dan kan de boer helpen met Piet.
We komen aan bij de opvang. Ik open de deur van het busje en Piet blijft rustig in de deuropening staan. Naar buiten tillen en een paar pasjes verder betekent vrijheid. Die eerste pasjes buiten in de wei zal ik nooit meer vergeten: Piet drukt zijn snoet meteen diep in het gras en springt wat in het rond. Piet is daar nu drie maanden. Hij loopt dag en nacht buiten en is inmiddels geadopteerd door het koeienkoppel. Hoe dat gegaan is komt in een volgend blog.
Piet is wel een raadsel want zijn testikels dalen maar niet in. Toch zal hij gecastreerd moeten worden want in het koeienrusthuis leven de dames en heren naast elkaar en het is niet de bedoeling dat er weer nieuwe kalfjes van komen. We wachten af of zijn ballen gaan indalen.