In 2011 adopteerde ik mijn laatste patiëntje/proefkatje uit het onderzoek dat ik deed naar FIV, kattenaids. Zijn eigenaar kon er niet meer voor zorgen en ik had me aan hem gehecht, net zoals ik een band had met alle dieren die in mijn onderzoek waren opgenomen. Met de testmedicatie, die eigenlijk reeds bewezen had goede resultaten te geven op de ontwikkeling van aids bij katten, verbeterde Paris zienderogen. Ook zijn bloedparameters bevestigden dat de medicatie aansloeg. Het was voor mij geen optie om hem niet alle kansen te geven en een goede thuis. En zo nam Paris, we noemden hem Pats, zijn intrek bij ons thuis. Hij was een eigenzinnig mannetje, maar zo ongelofelijke uniek zoals ze allemaal zijn. Hij had nog een fantastisch jaar en werd opgenomen door mijn kattenfamilie als volwaardig gezinslid. Spijtig genoeg kon hij geen verdere behandeling krijgen met het middel dat toen niet geregistreerd was of hij moest opnieuw in de studie geplaatst worden en dat wou ik liever niet. Mijn oprechte dank aan de faculteit Diergeneeskunde van het UGent, het toenmalig bedrijf Okapi, mijn promotor Professor Sylvie Daminet, en mijn opvolgster Elien Taffin en assistente Bieke Weyn. Ik ben Pats heel dankbaar voor alles wat hij me leerde. "Lieve Pats, je wordt nooit vergeten".